1. het meten van sociaal-emotioneel functioneren

de mate waarin iemand in een emotie opwekkende sociale situatie zijn doelen bereikt

1. sociale ontwikkeling

de ontwikkeling van sociaal gedrag en sociale cognities

1. sociaal gedrag

al het gedrag dat gericht is op anderen, doel hiervan kan zowel zoeken van contact of het vermijden ervan zijn

1. social referencing

als kinderen de emotionele reacties van hun ouders op gebeurtenissen bij andere personen beginnen te peilen om te bepalen hoe zij zelf moeten reageren

het zelfbewustzijn van een kind bestaat uit:

bestaat uit het inhoudelijke aspect, het zelfconcept en een evaluatief aspect, de zelfwaardering

1. sociale cognitive

de cognitieve vaardigheden die nodig zijn voor sociaal gedrag, bijvoorbeeld denken over sociale wenselijkheid

1. Theory of Mind (TOM)

model van de sociale cognitie, het gaat over een alledaagse vorm van theoretiseren over eigen en andermans subjectieve gedachtewereld. Het is een basaal inlevingsvermogen

1. Mind-mindedness

De tendentie van de ouder om haar kind te behandelen en te zien als een persoon met een actief en autonoom mentaal vermogen waarbij autonome gedachten, verlangens en intenties horen

1.  

   Gevoelens, maar ook fysiologische, motivationele, cognitieve, expressieve en gedragsmatige componenten

    

1. Drie globale domeinen van emoties

1. Expressie
2. Begrip
3. Regulatie