Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for apply
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/17/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik pas toe
Definition
I apply(indicative present)
Term
jij past toe
Definition
you(singular) apply(indicative present)
Term
hij past toe
Definition
he applies(indicative present)
Term
wij passen toe
Definition
we apply(indicative present)
Term
jullie passen toe
Definition
you(plural) apply(indicative present)
Term
zij passen toe
Definition
they apply(indicative present)
Term
ik paste toe
Definition
I applied(indicative past)
Term
jij paste toe
Definition
you(singular) applied(indicative past)
Term
hij paste toe
Definition
he applied(indicative past)
Term
wij pasten toe
Definition
we applied(indicative past)
Term
jullie pasten toe
Definition
you(plural) applied(indicative past)
Term
zij pasten toe
Definition
they applied(indicative past)
Term
ik heb toegepast
Definition
I have applied(indicative present perfect)
Term
jij hebt toegepast
Definition
you(singular) have applied(indicative present perfect)
Term
hij heeft toegepast
Definition
he has applied(indicative present perfect)
Term
wij hebben toegepast
Definition
we have applied(indicative present perfect)
Term
jullie hebben toegepast
Definition
you(plural) have applied(indicative present perfect)
Term
zij hebben toegepast
Definition
they have applied(indicative present perfect)
Term
ik had toegepast
Definition
I had applied(indicative past perfect)
Term
jij had toegepast
Definition
you(singular) had applied(indicative past perfect)
Term
hij had toegepast
Definition
he had applied(indicative past perfect)
Term
wij hadden toegepast
Definition
we had applied(indicative past perfect)
Term
jullie hadden toegepast
Definition
you(plural) had applied(indicative past perfect)
Term
zij hadden toegepast
Definition
they had applied(indicative past perfect)
Term
ik zal toepassen
Definition
I will apply(indicative future)
Term
jij zult toepassen
Definition
you(singular) will apply(indicative future)
Term
hij zal toepassen
Definition
he will apply(indicative future)
Term
wij zullen toepassen
Definition
we will apply(indicative future)
Term
jullie zullen toepassen
Definition
you(plural) will apply(indicative future)
Term
zij zullen toepassen
Definition
they will apply(indicative future)
Term
ik zou toepassen
Definition
I would apply(conditional future)
Term
jij zou toepassen
Definition
you(singular) would apply(conditional future)
Term
hij zou toepassen
Definition
he would apply(conditional future)
Term
wij zouden toepassen
Definition
we would apply(conditional future)
Term
jullie zouden toepassen
Definition
you(plural) would apply(conditional future)
Term
zij zouden toepassen
Definition
they would apply(conditional future)
Term
ik zal toegepast hebben
Definition
I will have applied(future perfect)
Term
jij zult toegepast hebben
Definition
you(singular) will have applied(future perfect)
Term
hij zal toegepast hebben
Definition
he will have applied(future perfect)
Term
wij zullen toegepast hebben
Definition
we will have applied(future perfect)
Term
jullie zullen toegepast hebben
Definition
you(plural) will have applied(future perfect)
Term
zij zullen toegepast hebben
Definition
they will have applied(future perfect)
Term
ik zou toegepast hebben
Definition
I would have applied(conditional future perfect)
Term
jij zou toegepast hebben
Definition
you(singular) would have applied(conditional future perfect)
Term
hij zou toegepast hebben
Definition
he would have applied(conditional future perfect)
Term
wij zouden toegepast hebben
Definition
we would have applied(conditional future perfect)
Term
jullie zouden toegepast hebben
Definition
you(plural) would have applied(conditional future perfect)
Term
zij zouden toegepast hebben
Definition
they would have applied(conditional future perfect)
Term
pas toe
Definition
apply(imperative)
Supporting users have an ad free experience!