Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for discover
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/17/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik ontdek
Definition
I discover(indicative present)
Term
jij ontdekt
Definition
you(singular) discover(indicative present)
Term
hij ontdekt
Definition
he discovers(indicative present)
Term
wij ontdekken
Definition
we discover(indicative present)
Term
jullie ontdekken
Definition
you(plural) discover(indicative present)
Term
zij ontdekken
Definition
they discover(indicative present)
Term
ik ontdekte
Definition
I discovered(indicative past)
Term
jij ontdekte
Definition
you(singular) discovered(indicative past)
Term
hij ontdekte
Definition
he discovered(indicative past)
Term
wij ontdekten
Definition
we discovered(indicative past)
Term
jullie ontdekten
Definition
you(plural) discovered(indicative past)
Term
zij ontdekten
Definition
they discovered(indicative past)
Term
ik heb ontdekt
Definition
I have discovered(indicative present perfect)
Term
jij hebt ontdekt
Definition
you(singular) have discovered(indicative present perfect)
Term
hij heeft ontdekt
Definition
he has discovered(indicative present perfect)
Term
wij hebben ontdekt
Definition
we have discovered(indicative present perfect)
Term
jullie hebben ontdekt
Definition
you(plural) have discovered(indicative present perfect)
Term
zij hebben ontdekt
Definition
they have discovered(indicative present perfect)
Term
ik had ontdekt
Definition
I had discovered(indicative past perfect)
Term
jij had ontdekt
Definition
you(singular) had discovered(indicative past perfect)
Term
hij had ontdekt
Definition
he had discovered(indicative past perfect)
Term
wij hadden ontdekt
Definition
we had discovered(indicative past perfect)
Term
jullie hadden ontdekt
Definition
you(plural) had discovered(indicative past perfect)
Term
zij hadden ontdekt
Definition
they had discovered(indicative past perfect)
Term
ik zal ontdekken
Definition
I will discover(indicative future)
Term
jij zult ontdekken
Definition
you(singular) will discover(indicative future)
Term
hij zal ontdekken
Definition
he will discover(indicative future)
Term
wij zullen ontdekken
Definition
we will discover(indicative future)
Term
jullie zullen ontdekken
Definition
you(plural) will discover(indicative future)
Term
zij zullen ontdekken
Definition
they will discover(indicative future)
Term
ik zou ontdekken
Definition
I would discover(conditional future)
Term
jij zou ontdekken
Definition
you(singular) would discover(conditional future)
Term
hij zou ontdekken
Definition
he would discover(conditional future)
Term
wij zouden ontdekken
Definition
we would discover(conditional future)
Term
jullie zouden ontdekken
Definition
you(plural) would discover(conditional future)
Term
zij zouden ontdekken
Definition
they would discover(conditional future)
Term
ik zal ontdekt hebben
Definition
I will have discovered(future perfect)
Term
jij zult ontdekt hebben
Definition
you(singular) will have discovered(future perfect)
Term
hij zal ontdekt hebben
Definition
he will have discovered(future perfect)
Term
wij zullen ontdekt hebben
Definition
we will have discovered(future perfect)
Term
jullie zullen ontdekt hebben
Definition
you(plural) will have discovered(future perfect)
Term
zij zullen ontdekt hebben
Definition
they will have discovered(future perfect)
Term
ik zou ontdekt hebben
Definition
I would have discovered(conditional future perfect)
Term
jij zou ontdekt hebben
Definition
you(singular) would have discovered(conditional future perfect)
Term
hij zou ontdekt hebben
Definition
he would have discovered(conditional future perfect)
Term
wij zouden ontdekt hebben
Definition
we would have discovered(conditional future perfect)
Term
jullie zouden ontdekt hebben
Definition
you(plural) would have discovered(conditional future perfect)
Term
zij zouden ontdekt hebben
Definition
they would have discovered(conditional future perfect)
Term
ontdek
Definition
discover(imperative)
Supporting users have an ad free experience!