Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for flee
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
03/11/2011

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik vlucht
Definition
I flee(indicative present)
Term
jij vlucht
Definition
you(singular) flee(indicative present)
Term
hij vlucht
Definition
he flees(indicative present)
Term
wij vluchten
Definition
we flee(indicative present)
Term
jullie vluchten
Definition
you(plural) flee(indicative present)
Term
zij vluchten
Definition
they flee(indicative present)
Term
ik vluchtte
Definition
I fled(indicative past)
Term
jij vluchtte
Definition
you(singular) fled(indicative past)
Term
hij vluchtte
Definition
he fled(indicative past)
Term
wij vluchtten
Definition
we fled(indicative past)
Term
jullie vluchtten
Definition
you(plural) fled(indicative past)
Term
zij vluchtten
Definition
they fled(indicative past)
Term
ik heb gevlucht
Definition
I have fled(indicative present perfect)
Term
jij hebt gevlucht
Definition
you(singular) have fled(indicative present perfect)
Term
hij heeft gevlucht
Definition
he has fled(indicative present perfect)
Term
wij hebben gevlucht
Definition
we have fled(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gevlucht
Definition
you(plural) have fled(indicative present perfect)
Term
zij hebben gevlucht
Definition
they have fled(indicative present perfect)
Term
ik had gevlucht
Definition
I had fled(indicative past perfect)
Term
jij had gevlucht
Definition
you(singular) had fled(indicative past perfect)
Term
hij had gevlucht
Definition
he had fled(indicative past perfect)
Term
wij hadden gevlucht
Definition
we had fled(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gevlucht
Definition
you(plural) had fled(indicative past perfect)
Term
zij hadden gevlucht
Definition
they had fled(indicative past perfect)
Term
ik zal vluchten
Definition
I shall flee(indicative future)
Term
jij zult vluchten
Definition
you(singular) shall flee(indicative future)
Term
hij zal vluchten
Definition
he shall flee(indicative future)
Term
wij zullen vluchten
Definition
we shall flee(indicative future)
Term
jullie zullen vluchten
Definition
you(plural) shall flee(indicative future)
Term
zij zullen vluchten
Definition
they shall flee(indicative future)
Term
ik zou vluchten
Definition
I would flee(conditional future)
Term
jij zou vluchten
Definition
you(singular) would flee(conditional future)
Term
hij zou vluchten
Definition
he would flee(conditional future)
Term
wij zouden vluchten
Definition
we would flee(conditional future)
Term
jullie zouden vluchten
Definition
you(plural) would flee(conditional future)
Term
zij zouden vluchten
Definition
they would flee(conditional future)
Term
ik zal gevlucht hebben
Definition
I shall have fled(future perfect)
Term
jij zult gevlucht hebben
Definition
you(singular) shall have fled(future perfect)
Term
hij zal gevlucht hebben
Definition
he shall have fled(future perfect)
Term
wij zullen gevlucht hebben
Definition
we shall have fled(future perfect)
Term
jullie zullen gevlucht hebben
Definition
you(plural) shall have fled(future perfect)
Term
zij zullen gevlucht hebben
Definition
they shall have fled(future perfect)
Term
ik zou gevlucht hebben
Definition
I would have fled(conditional future perfect)
Term
jij zou gevlucht hebben
Definition
you(singular) would have fled(conditional future perfect)
Term
hij zou gevlucht hebben
Definition
he would have fled(conditional future perfect)
Term
wij zouden gevlucht hebben
Definition
we would have fled(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gevlucht hebben
Definition
you(plural) shall have fled(conditional future perfect)
Term
zij zouden gevlucht hebben
Definition
they would have fled(conditional future perfect)
Term
vlucht
Definition
flee(imperative)
Supporting users have an ad free experience!