Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for kill
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
10/10/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik dood
Definition
I kill(indicative present)
Term
jij doodt
Definition
you(singular) kill(indicative present)
Term
hij doodt
Definition
he kills(indicative present)
Term
wij doden
Definition
we kill(indicative present)
Term
jullie doden
Definition
you(plural) kill(indicative present)
Term
zij doden
Definition
they kill(indicative present)
Term
ik doodde
Definition
I killed(indicative past)
Term
jij doodde
Definition
you(singular) killed(indicative past)
Term
hij doodde
Definition
he killed(indicative past)
Term
wij doodden
Definition
we killed(indicative past)
Term
jullie doodden
Definition
you(plural) killed(indicative past)
Term
zij doodden
Definition
they killed(indicative past)
Term
ik heb gedood
Definition
I have killed(indicative present perfect)
Term
jij hebt gedood
Definition
you(singular) have killed(indicative present perfect)
Term
hij heeft gedood
Definition
he has killed(indicative present perfect)
Term
wij hebben gedood
Definition
we have killed(indicative present perfect)
Term
jullie hebben gedood
Definition
you(plural) have killed(indicative present perfect)
Term
zij hebben gedood
Definition
they have killed(indicative present perfect)
Term
ik had gedood
Definition
I had killed(indicative past perfect)
Term
jij had gedood
Definition
you(singular) had killed(indicative past perfect)
Term
hij had gedood
Definition
he had killed(indicative past perfect)
Term
wij hadden gedood
Definition
we had killed(indicative past perfect)
Term
jullie hadden gedood
Definition
you(plural) had killed(indicative past perfect)
Term
zij hadden gedood
Definition
they had killed(indicative past perfect)
Term
ik zal doden
Definition
I will kill(indicative future)
Term
jij zult doden
Definition
you(singular) will kill(indicative future)
Term
hij zal doden
Definition
he will kill(indicative future)
Term
wij zullen doden
Definition
we will kill(indicative future)
Term
jullie zullen doden
Definition
you(plural) will kill(indicative future)
Term
zij zullen doden
Definition
they will kill(indicative future)
Term
ik zou doden
Definition
I would kill(conditional future)
Term
jij zou doden
Definition
you(singular) would kill(conditional future)
Term
hij zou doden
Definition
he would kill(conditional future)
Term
wij zouden doden
Definition
we would kill(conditional future)
Term
jullie zouden doden
Definition
you(plural) would kill(conditional future)
Term
zij zouden doden
Definition
they would kill(conditional future)
Term
ik zal gedood hebben
Definition
I will have killed(future perfect)
Term
jij zult gedood hebben
Definition
you(singular) will have killed(future perfect)
Term
hij zal gedood hebben
Definition
he will have killed(future perfect)
Term
wij zullen gedood hebben
Definition
we will have killed(future perfect)
Term
jullie zullen gedood hebben
Definition
you(plural) will have killed(future perfect)
Term
zij zullen gedood hebben
Definition
they will have killed(future perfect)
Term
ik zou gedood hebben
Definition
I would have killed(conditional future perfect)
Term
jij zou gedood hebben
Definition
you(singular) would have killed(conditional future perfect)
Term
hij zou gedood hebben
Definition
he would have killed(conditional future perfect)
Term
wij zouden gedood hebben
Definition
we would have killed(conditional future perfect)
Term
jullie zouden gedood hebben
Definition
you(plural) would have killed(conditional future perfect)
Term
zij zouden gedood hebben
Definition
they would have killed(conditional future perfect)
Term
dood
Definition
kill(imperative)
Supporting users have an ad free experience!