Shared Flashcard Set

Details

Dutch verb for knock
in various tenses
49
Language - Dutch
12th Grade
08/20/2008

Additional Language - Dutch Flashcards

 


 

Cards

Term
ik klop
Definition
I knock(indicative present)
Term
jij klopt
Definition
you(singular) knock(indicative present)
Term
hij klopt
Definition
he knocks(indicative present)
Term
wij kloppen
Definition
we knock(indicative present)
Term
jullie kloppen
Definition
you(plural) knock(indicative present)
Term
zij kloppen
Definition
they knock(indicative present)
Term
ik klopte
Definition
I knocked(indicative past)
Term
jij klopte
Definition
you(singular) knocked(indicative past)
Term
hij klopte
Definition
he knocked(indicative past)
Term
wij klopten
Definition
we knocked(indicative past)
Term
jullie klopten
Definition
you(plural) knocked(indicative past)
Term
zij klopten
Definition
they knocked(indicative past)
Term
ik heb geklopt
Definition
I have knocked(indicative present perfect)
Term
jij hebt geklopt
Definition
you(singular) have knocked(indicative present perfect)
Term
hij heeft geklopt
Definition
he has knocked(indicative present perfect)
Term
wij hebben geklopt
Definition
we have knocked(indicative present perfect)
Term
jullie hebben geklopt
Definition
you(plural) have knocked(indicative present perfect)
Term
zij hebben geklopt
Definition
they have knocked(indicative present perfect)
Term
ik had geklopt
Definition
I had knocked(indicative past perfect)
Term
jij had geklopt
Definition
you(singular) had knocked(indicative past perfect)
Term
hij had geklopt
Definition
he had knocked(indicative past perfect)
Term
wij hadden geklopt
Definition
we had knocked(indicative past perfect)
Term
jullie hadden geklopt
Definition
you(plural) had knocked(indicative past perfect)
Term
zij hadden geklopt
Definition
they had knocked(indicative past perfect)
Term
ik zal kloppen
Definition
I will knock(indicative future)
Term
jij zult kloppen
Definition
you(singular) will knock(indicative future)
Term
hij zal kloppen
Definition
he will knock(indicative future)
Term
wij zullen kloppen
Definition
we will knock(indicative future)
Term
jullie zullen kloppen
Definition
you(plural) will knock(indicative future)
Term
zij zullen kloppen
Definition
they will knock(indicative future)
Term
ik zou kloppen
Definition
I would knock(conditional future)
Term
jij zou kloppen
Definition
you(singular) would knock(conditional future)
Term
hij zou kloppen
Definition
he would knock(conditional future)
Term
wij zouden kloppen
Definition
we would knock(conditional future)
Term
jullie zouden kloppen
Definition
you(plural) would knock(conditional future)
Term
zij zouden kloppen
Definition
they would knock(conditional future)
Term
ik zal geklopt hebben
Definition
I will have knocked(future perfect)
Term
jij zult geklopt hebben
Definition
you(singular) will have knocked(future perfect)
Term
hij zal geklopt hebben
Definition
he will have knocked(future perfect)
Term
wij zullen geklopt hebben
Definition
we will have knocked(future perfect)
Term
jullie zullen geklopt hebben
Definition
you(plural) will have knocked(future perfect)
Term
zij zullen geklopt hebben
Definition
they will have knocked(future perfect)
Term
ik zou geklopt hebben
Definition
I would have knocked(conditional future perfect)
Term
jij zou geklopt hebben
Definition
you(singular) would have knocked(conditional future perfect)
Term
hij zou geklopt hebben
Definition
he would have knocked(conditional future perfect)
Term
wij zouden geklopt hebben
Definition
we would have knocked(conditional future perfect)
Term
jullie zouden geklopt hebben
Definition
you(plural) would have knocked(conditional future perfect)
Term
zij zouden geklopt hebben
Definition
they would have knocked(conditional future perfect)
Term
klop
Definition
knock(imperative)
Supporting users have an ad free experience!