Term
wat zijn de 2 celtypes in het zenuwstelsel? |
|
Definition
- neuronen (kabels) - steuncellen (ganglia) = ondersteunt werking van neuronen |
|
|
Term
hoe kunnen we het zenuwstelsel anatomisch opdelen? |
|
Definition
- centraal zenuwstelsel (CZS) - perifeer zenuwstelsel (PZS) |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
- craniale zenuwen = vertrekken vanuit hersenen - spinale zenuwen = vertrekken vanuit ruggenmerg |
|
|
Term
|
Definition
naar u toe vb: naar het CZS toe |
|
|
Term
|
Definition
van u weg vb: vertrekkende vanuit het CZS naar ledematen |
|
|
Term
geef een ander woord voor 'neuronen' |
|
Definition
|
|
Term
wat zijn neuronen? + uit wat zijn ze opgebouwd? |
|
Definition
de functionele eenheden van het zenuwstelsel - dendrieten - cellichaam - axonheuvel + axon - zenuwuiteinden |
|
|
Term
wat doen dendrieten? + afferent/efferent ? |
|
Definition
het opvangen van prikkels - afferent (naar de neuron toe) |
|
|
Term
wat doen axonen? + afferent/efferent ? |
|
Definition
productie & geleiding van impuls - efferent (van de neuron weg) |
|
|
Term
anatomische classificatie van neuronen III |
|
Definition
- multipolair - unipolair - bipolair |
|
|
Term
functionele classificatie van neuronen + afferent/efferent ? |
|
Definition
- sensorische (sensibele): afferent vb: je raakt iets aan, signaal gaat naar hersenen - motorische: efferent vb: hersenen versturen signaal dat je je voet moet bewegen |
|
|
Term
2 soorten glia in het PZS |
|
Definition
- schwanncellen - satellietcellen |
|
|
Term
wat is de functie van schwanncellen? + waar bevinden die zich? |
|
Definition
PZS - vormen myelineschede rond axonen - isolatie door vele lagen vette plasmamembraan |
|
|
Term
wat is de functie van satellietcellen? + waar bevinden die zich? |
|
Definition
PZS - ondersteunen neuronen in ganglia |
|
|
Term
wat doet een myelineschede? |
|
Definition
het versnelt de prikkelgeleiding door axonen |
|
|
Term
|
Definition
|
|
Term
|
Definition
axonen (met myeline rond) |
|
|
Term
4 soorten glia in het CZS |
|
Definition
- oligodendrocyten - microglia - ependymcellen - astrocyten |
|
|
Term
wat is de functie van oligodendrocyten? + waar bevinden die zich? |
|
Definition
CZS - vorming van myelineschede (witte stof) |
|
|
Term
wat is de functie van microglia? + waar bevinden die zich? |
|
Definition
|
|
Term
wat is de functie van ependymcellen? + waar bevinden die zich? |
|
Definition
CZS - productie v cerebrospinaal vocht |
|
|
Term
wat is de functie van astrocyten? + waar bevinden die zich? |
|
Definition
CZS - ondersteuning v neuronen - vorming v bloed-hersenbarriere (extra omhulsel rond elk bloedvat in de hersenen) |
|
|
Term
Wat is MS (multiple sclerose) hoe komt dit tot stand? |
|
Definition
een aandoening aan het CZS waarbij de oligodendrocyten geen myeline meer aanmaken en de axonen niet meer goed kunnen functioneren |
|
|
Term
wat is de taak van neuronen? |
|
Definition
prikkels vormen & voortgeleiden |
|
|
Term
het celmembraan is vaak niet doorlaatbaar voor ionen. Waar zorgt dit vaak voor? |
|
Definition
|
|
Term
wat zijn concentratiegradienten? |
|
Definition
ongelijke verdeling v bep ionen binnen & buiten de cel |
|
|
Term
waar is er het meeste natrium aanwezig? binnen of buiten de cel? en hoeveel keer meer/minder? |
|
Definition
vooral buiten de cel aanwezig - 10x meer dan binnen de cel |
|
|
Term
waar is er het meeste kalium aanwezig? binnen of buiten de cel? en hoeveel keer meer/minder? |
|
Definition
vooral binnen de cel - 30x meer dan buiten de cel |
|
|
Term
ligandgemedieerd poortkanaal |
|
Definition
molecule bindt op poort, poort gaat open |
|
|
Term
spanningsgevoelig poortkanaal |
|
Definition
|
|
Term
waarom kunnen we neuronen vergelijken met batterijen? |
|
Definition
er is een potentiaalverschil tussen de binnenkant & de buitenkant van de cel |
|
|
Term
verandering in membraan potentiaal - meer negatief |
|
Definition
hyperpolarisatie (inhibitie) |
|
|
Term
verandering in membraan potentiaal - meer positief |
|
Definition
depolarisatie (exciterend) |
|
|
Term
|
Definition
1. lichte externe depolarisatie stimulus 2. vanaf -60mV: Na+ kanalen openen. Depolarisatie tot +30mV 3. K+ kanalen openen (trager). repolarisatie 4. hyperpolarisatie tot ongeveer -80, -90mV |
|
|
Term
wat doen refractaire periodes? |
|
Definition
ze verhinderen een nieuw actiepotentiaal |
|
|
Term
welke soorten refractaire periodes zijn er? |
|
Definition
|
|
Term
absolute refractaire periode II |
|
Definition
- onmogelijk om nieuwe AP te produceren - inactieve fase van ionenkanaal |
|
|
Term
relatieve refractaire periode |
|
Definition
- nieuwe AP kan, maar vereist sterke stimulus - hyperpolarisatie |
|
|
Term
de wet van alles of niets |
|
Definition
zoals in binaire code O of 1 ook hier 2 mogelijkheden: - wel AP - geen AP intensiteit van stimulus afhankelijk van frequentie AP |
|
|
Term
|
Definition
- saltatoire conductie van knoop tot knoop - snelle geleiding (100m/s) = 100x sneller dan niet gemyeliniseerde |
|
|
Term
hoe verklaren we het energieverbruik van de hersenen? |
|
Definition
- de instroom v Na+ en uitstroom van K+ tijdens actiepotentiaal is erg lokaal - de ionen worden nadien teruggepompt door de natrium kalium pomp (ATPase) |
|
|