Shared Flashcard Set

Details

Irregular Verbs
Irregular Verbs, Imperfect and Past Participle
19
Language - Dutch
Undergraduate 2
02/14/2010
Click here to study/print these flashcards.

Create your own flash cards! Sign up here.

Additional Language - Dutch Flashcards

 

 

Cards

Term
blijven
 Definition
bleef, gebleven (stayed)
Term
denken
 Definition
dacht, gedacht (think)
Term
Doen
 Definition
deed, gedaan (done)
Term
Drinken
 Definition
Dronk, gedronken (drank)
Term
hebben
 Definition
had, gehad (had)
Term
houden
 Definition
hield, gehouden (kept?)
Term
kijken
 Definition
keek, gekeken (Watched)
Term
kunnen
 Definition
kon, gekund (can)
Term
moeten
 Definition
moest, gemoeten (must)
Term
Mogen
 Definition
Mocht, gemogen (can)
Term
nemen
 Definition
nam, genomen (took)
Term
rijden
 Definition
reed, gereden (drove)
Term
slapen
 Definition
sliep, geslapen (slept)
Term
vinden
 Definition
vond, gevonden (found)
Term
Willen
 Definition
wou, gewild (wanted)
Term
zeggen
 Definition
zei, gezegd (said)
Term
zien
 Definition
zag, gezien (saw)
Term
zijn
 Definition
was, geweest (been)
Term
zullen
 Definition
zou (shall)
Supporting users have an ad free experience!