Term
| wat is een sample studie? |
|
Definition
| een observationele studie. vragen of kijken naar mensen in de echte wereld |
|
|
Term
| waarom verkiezen we een experiment boven een de observationele studie (sample survey)? Leg uit waarom het toch niet vaak uit te voeren is. |
|
Definition
| omdat we dan alle andere oorzaken van een treatment kunnen uitsluiten. experiment is vaak niet niet uit te voeren en ethisch niet verantwoord. |
|
|
Term
| waarom bewijst manipulatie dat oorzaak voorafgaat aan gevolg? |
|
Definition
| door te manipuleren kan je een situatie zo creeeren opdat de oorzaak aanwezig is, zodat je kan meten of het gevolg hier daadwerkelijk uit volgt. |
|
|
Term
| noem 3 eigenschappen van manipulatie |
|
Definition
1. controle over onafhankelijke variabele
2. waarde vastgesteld door onderzoeker
3. controle over afhankelijke variabele (waarmee alternatieve verklaringen kunnen worden geëlimineerd) |
|
|
Term
| door variabelen te manipuleren proberen we de externe variabelen constant te houden (manipulatie-check). noem 3 variabelen die we wel kunnen controleren. |
|
Definition
1. individuele verschillen variabelen (leeftijd, geslacht)
2. niet manipuleerbare variabelen (zelfvertrouwen)
3. variabelen die niet interresant zijn (ceteris paribus= all other things being equal) |
|
|
Term
laboratorium experiment.
1. voordeel=
2. nadeel =
3. interne validiteit=
4. externe validiteit= |
|
Definition
1. sterke controle op condities
2. kunstmatig en vaak praktisch niet haalbaar om echte wereld na te bootsen
3. hoog
4. laag |
|
|
Term
veld experimenten.
1. voordeel=
2. nadeel =
3. interne validiteit=
4. externe validitei= |
|
Definition
1. gebeurt in echte wereld
2. minder controle vooraf over de gelijkheid van beide groepen en condities zijn minder controleerbaar. moet daarom goed nagedacht worden over achterliggende variabelen
3. laag
4. hoog |
|
|
Term
| waar zorgt een willekeurig toewijzing voor en waarom heeft het geen selectie-effect? |
|
Definition
| zorgt ervoor dat we zoveel mogelijk alternatieve verklaringen kunnen weerleggen. geen selectie effect omdat er geen systematisch verschil tussen de controle en experimentele groep is. |
|
|
Term
| wat is randomisatie-check? |
|
Definition
| dan is verdeling van de variabelen over verschillende groepen gelijk |
|
|
Term
| restricted randomization bestaat uit 2 vormen; blocking en stratificeren. leg uit. |
|
Definition
b. gegarandeerd gelijke groepen: voor elk persoon in groep A komt er automatisch een in groep B)
s. een bepaalde kenmerk in een bepaalde hoeveelheid terug laten komen (bv. 50/50 man-vrouw verhouding) |
|
|
Term
| wat is counter balancing? |
|
Definition
| bij een within subjects design dient er ook gerandomiseerd te worden, om mogelijke volgorde effecten te voorkomen. dit heet counter balancing |
|
|
Term
| soms is het niet mogelijk om random toe te wijzen. een oplossing is matching, waarmee verschilt dit met undermatching? |
|
Definition
m= je gaat dan op zoek naar verscheidene trekken en eigenschappen van participanten en die weer met elkaar koppelen.
u= dat is wanneer de variabele waarop is gematched een hoge meetfout heeft. controle en experimente groep bewegen zich in richting waardoor er een effect lijkt. is oorzaak van regressie naar het gemiddelde. |
|
|
Term
| wat wil 'regressie naar het gemidddelde zeggen' |
|
Definition
| is de opvatting dat natuurlijke oorzaken zich naar het gemiddelde begeven. dus in plaats interne valide resultaat een intern invalide resultaat. |
|
|
Term
| wat is een factoriaal design? |
|
Definition
| een onafhankelijke groepen ontwerp met 2 onafhankelijke variabelen. Hierdoor kunnen meerdere experimentele variabelen gemanipuleerd worden. we moeten dan onderscheid maken in effecten van verschillende variabelen. |
|
|
Term
| bij een factoriaal design kunnen we onderscheid maken tussen hoofd- en interactie effecen. leg ze uit |
|
Definition
h= effecten zijn toe te schrijven aan de invloed van 1 variabele
i= effect van de combinatie van onafhankelijke variabele. kan ook zien als de specifieke van een eerder aangetoond hoofd-effect of als lijnen in een grafiek niet paralel lopen. |
|
|
Term
leg deze notatiesysteems uit:
1. design 2 x 2
2. design 3 x 3
3. design 2 x 3 x 4 |
|
Definition
1. 2 onafhankelijke variabelen met 2. niveau's
2. 2 onafhankelijke variabelen met 3 niveau's
3. 3 onafhankelijke variabelen met 2 niveau's= eentje met 3 en ander met 4 |
|
|
Term
| wat is een incompleet design? |
|
Definition
| factorieel design, waarbij niet alle mogelijkheden aanwezig zijn |
|
|
Term
| wat vergelijken we bij een onfhankelijke groepen design en bij afhankelijke groepen design? |
|
Definition
o= vergelijken tussen 2 groepen (between) bv. mannen en vrouwen
a= binnen groepen vergelijken (within). bv in een groep participanten zowel wiskundige als statistiekcijfer bekijken |
|
|
Term
| wat zijn repeated measures design? |
|
Definition
| herhaalde metingen. is synoniem voor within subjects design. meestal over korte periode van tijd met minstens 1 within variabele. |
|
|
Term
| wat is een longitudinale design? |
|
Definition
| het wordt gebruikt voor herhaalde metingen over een lange periode. het zijn meestal correlationele studies, en soms (quasi-) experimentele studies |
|
|
Term
| wat is een quasi experimentele design? |
|
Definition
lijkt op experimentele maar heeft wegens ethische redenen of onmogelijkheid geen random toewijzing.
het heeft ook geen manipulatie of vergelijking |
|
|
Term
| wat is een interrupted time serie? en replicated interrupted time series? |
|
Definition
i= een groep participanten die vaker wordt gemeten, zo kunnen veranderingen over tijd in kaart worden gebracht en kan hierdoor makkelijk gecontroleerd worden voor rijping.
r= hetzelfde maar dan met een controle groep, geen random toewijzing |
|
|
Term
| waarom is het bij een correlationeel design moeilijk om causale uitspraken te doen? |
|
Definition
| er wordt alleen gemeten en niks gemanipuleerd. |
|
|
Term
| wat is een case study en negative analysis? |
|
Definition
| N=1 onderzoeksdesign. het is meestal gericht op het generen van hypothese ipv ze te testen. meestal kwalitatief. een uitgangspunt dat je slechts één waarneming nodig hebt om een theorie te weerleggen |
|
|
Term
| wat is sumative en formative? |
|
Definition
hoort bij evaluatie onderzoek, je bekijkt effectiviteit.
s= uitkomsten
f= proces |
|
|
Term
| wat is het verschil tussen interventie en validatie? |
|
Definition
i= studie toont behandelingseffect aan
v= meet kwaliteit van meetinstrumen |
|
|
