Een design (algemeen) is een structuur die de uitvoering van methode (specifiek techniek op data verzamelen zoals interview of een observatie) en de analyse van de data in bepaalde banen leidt. Het geeft dus aan hoe de uitvoering van een research methode is. 

Reability, betrouwbaarheid à zijn resultaten herhaalbaar? Is belangrijk voor kwantitatief onderzoek

Replication, repliceerbaarheid à kan de studie herhaald worden? Vooral bij kwantitatief onderzoek, is belangrijk om daarbij onderzoek goed te beschrijven.

Validiteit. Zijn de juiste conclusies te trekken. 

Measurement ook wel contruct validity genoemd. Hierin wordt de juiste meting uitgevoerd.

Interne validiteit, is er een juiste conclusie getrokken tussen oorzaak en gevolg of zijn er juist mogelijk andere oorzaken? Er wordt dan gebruik gemaakt van afhankelijke en onafhankelijke variabel.

Externe validiteit. Kunnen data gegeneraliseerd worden?

Ecological validity: is het gegeneraliseerbaar naar het dagelijks leven?

Gelden voornamelijk voor kwantitatief onderzoek.

Voor kwalitatief onderzoek is er een alternatief bedacht voor de (4) vormen van validiteit. Leg uit welke het zijn en van welke filosofen ze geconstrueerd hebben.

Interne validiteit vs. Credebility geloofwaardigheid  (hoe geloofwaardig zijn de resultaten?)

Externe validiteit vs. Transferability overdraagbaarheid  (kunnen resultaten ook in ander context geplaatst worden?)

Betrouwbaarheid vs. Dependability afhankelijkheid (zijn resultaten dezelfde op een ander moment? Geschiedenis)

Objectiviteit vs. Confirmability waardevrij.

Filosofen Lincoln en guba (1985)

Sociale objecten kunnen ook bestudeerd worden als object van de harde wetenschap. Je moet eerlijk zijn tegenover de natuur van het onderzochte fenomeen. Het is een onderzoeksstijl die invloed van indringen van kunstmatige methode van data collectie minimaliseert. 

Experimenteel klassiek, Longtidunaal, case studie, crossectioneel en comparative (vergelijkend).

Hoe wordt een experimenteel onderzoek ook wel genoemd, omschrijf dit design.

Randomized controlled trial (RCT). Behandel/testgroep en een controle groep. Voor en na de manipulatie wordt er gemeten, vervolgens wordt er tussen de 2 groepen vergeleken. Vanwege randomisatie kun je ervan uitgaan dat het valide is. 

Randomized controlled trial, een type wetenschappelijk onderzoek in de biowetenschappen. Wordt getracht vraag te beantwoorden of behandeling/ interventie werkt. Wordt gedaan door testgroep en controlegroep krijgt placebo. Om beïnvloeding te voorkomen wordt het aselect bepaald (lot, kop of munt). Dubblebind als nog arts of patient weet welke behandeling krijgt. 

Geschiedenis, gebeurtenissen kunnen soms uitkomsten beïnvloeden. Testen, steeds meer ervaring van meedoen van onderzoek kan controlegroep ervaren. Instrumenten, verandering van manier van testen. Overlijden of verandering van situaties van patiënt. Selectie, als er niet random geselecteerd wordt kunnen er verschillen ontstaan. Tot slot dubbelzinnigheid van het oorzaak en gevolg, dus wat is het oorzaak en wat is gevolg?

Interactie van selectie en behandeling. à voor welke groepen is het gegeneraliseerbaar?

Interactie van setting en behandeling à kunnen resultaten ook plaatsvinden in andere settings?

Interactie effect van pre testing à in echte wereld is er geen pre test waardoor uitkomsten niet gegeneraliseerd kunnen worden

Reacties op experiment à doordat mensen bewust zijn van een onderzoek bepaalt dat hun antwoorden. Er is geen generalisatie mogelijk.

Noem een voordeel en een nadeel van een laboratorium experiment.

Meer grip op het onderzoek en overige variabelen, waardoor interne validiteit vergroot wordt. Doordat ze minder gebonden zijn aan een bepaald milieu zijn ze makkelijker te herhalen. Nadeel is wel dat je in een laboratorium een onderzoek niet goed kan vergelijken met het echte leven, dus minder externe validiteit. Ook is het moeilijk te bepalen of resultaten ook toepasbaar zijn voor het dagelijks leven, ecologische validiteit. 

Zijn erg betrokken bij het onderzoek en nemen het erg serieus. 

Quasi-experiment, zelfde karakter als experimenteel, maar hebben niet de interne validiteit eisen. Geen randomisatie maar selectie op natuurlijke basis. Onderzoekers die liever dit design gebruiken vinden dat causale verbanden beter naar voren komen als er geen random selectie is en onderzoeker beperkte controle heeft over de manipulatie. Evaluatie onderzoek à heeft een nieuw beleid de doelen behaald. 

Omdat het teveel gelinkt wordt aan vragenlijsten. Vaak meer dan 2 cases (minimal 2), voor meer variatie. Anders dan experimenteel (meerdere testen) gebeurd er maar 1 testmoment. Het heeft een systematisch en standaard methode om alle variaties waar te maken à kwantitatieve data’s. Tot slot wordt er naar de verbanden tussen de variabelen gekeken. 

Repliceerbaarheid is goed want het kan herhaald worden. Intern is zwak want is moeilijk om de richting van de oorzaak vast te stellen. Extern is sterk, maar moet dan wel een random selectie hebben plaatsgevonden. Ecologische validiteit is niet zo sterk door veel gebruikmaking van enquetes, mensen zijn dat niet gewend. 

Omdat er in het sociale onderzoek sommige variabelen niet gemanipuleerd kunnen worden. Variabelen die niet gemanipuleerd kunnen worden zijn bv. Etnicitet, leeftijd en sociale achtergronden.