Term
Wat vormt ons innerlijk kompas? |
|
Definition
De groepen waartoe we behoren, specifieke doelen die we nastreven en de waarden en normen die we belangrijk vinden.
Met toenemende leeftijd wordt het intern kompas steeds betrouwbaarder. Als het interne kompas niet voldoende gevormd is kan exploratie als belastend worden ervaren. |
|
|
Term
Welke 3 functies heeft ons innerlijk kompas? |
|
Definition
- Selectiefunctie - Zelfregulatiefunctie - Veerkrachtfunctie |
|
|
Term
Wat is de selectiefunctie van het innerlijk kompas? |
|
Definition
Vormt de leidraad bij het nemen van identiteitsrelevante beslissingen. Het biedt ons de houvast en innerlijke rust als we keuzes maken (vereist exploratie in de breedte) |
|
|
Term
Wat is de zelfregulatiefunctie van het innerlijk kompas? |
|
Definition
Zorgt voor de blijvende regulatie van de aangenomen identiteit. De interesses, waarden en doelen dienen blijvend op elkaar afgestemd te worden. Het evalueert onze beslissingen en keuzes (vereist exploratie in diepte) |
|
|
Term
Wat is de veerkrachtfunctie van het innerlijk kompas? |
|
Definition
Zorgt voor een vlotte oriëntatie wanneer onze ID grondig in de war wordt gebracht (vaststellen van kanker), of als we een nieuwe identiteit toebedeeld krijgen. Het zorgt voor een flexibele herschikking van onze identiteiten. |
|
|
Term
Wat zijn sleutelbeslissingen? |
|
Definition
Beslissingen die we nemen op kantelmomenten en die ons als persoon fundamenteel kunnen definiëren. Ze geven ons de mogelijkheid om ons kompas pro-actief vorm te geven. |
|
|
Term
Wat zijn normatieve scharniermomenten? |
|
Definition
Sleutelbeslissingen vallen samen met leeftijdsgebonden ontwikkelingen. |
|
|
Term
Wat zijn niet-normatieve scharniermomenten? |
|
Definition
Individuele onvoorspelbare timing van de gebeurtenis |
|
|
Term
Wat is een identiteitswijziging? |
|
Definition
Men moet nieuwe invulling geven aan bestaande identiteiten. De snelheid waarmee mensen dat doen is afhankelijk van hun intern kompas (veerkracht). Het hoeft niet altijd negatief te zijn (lotto winnen)
Scharniermomenten kunnen uitdraaien tot een aangenomen ID of toebedeelde ID. Een toebedeelde identiteit gaat gepaard met een verminderd gevoel van vrijheid en keuze. |
|
|
Term
Wat is een aangenomen identiteit? |
|
Definition
- Exploratie: potentieel aanwezig - Identiteitsintegratie: vereenzelviging - Zelfreflectie: mogelijk vooraf - Scharniermomenten: normatief en niet-normatief - Reversibiliteit: soms onomkeerbaar |
|
|
Term
Wat is een toebedeelde identiteit? |
|
Definition
- Exploratie: afwezig - Identiteitsintegratie: verzoening/verrijking - Zelfreflectie: per definitie achteraf - Scharniermomenten: vooral niet-normatief - Reversibiliteit: vaak onomkeerbaar
(Bijvoorbeeld homoseksualiteit) |
|
|
Term
Wat zijn de 2 soorten identiteitskeuzes? |
|
Definition
Halfslachtige identiteitskeuzes: - Externe regulatie - Geïntrojecteerde regulatie
Authentieke identiteitskeuze: - Geïdentificeerde regulatie - Geïntegreerde regulatie - Intrinsieke motivatiie |
|
|
Term
Wat zijn halfslachtige identiteitskeuzes? |
|
Definition
- Externe regulatie (keuzes worden gemaakt om anderen een plezier te doen of om straf te vermijden) - Geïntrojecteerde regulatie (identiteit reguleren om schuld, schaamte of angst te vermijden. De identiteit ligt niet meer volledig buiten ons maar gebeurt niet op vrijwillige basis) |
|
|
Term
Wat zijn authentieke identiteitskeuzes? |
|
Definition
- Geïdentificeerde regulatie (we vereenzelvigen ons met de gemaakte keuze. De keuze is persoonlijk betekenisvol) - Geïntegreerde regulatie (de keuze is stevig verankerd in het waardepatroon van de mensen zelf) - Intrinsieke motivatie (ID wordt gekozen omdat ze inherent boeiend en fascinerend is)
Authentieke IDkeuze is niet noodzakelijk vrij van schuldgevoelens, ook kan de keuze in conflict staan met een reeds bestaande identiteit. |
|
|
Term
Wat is compartimentalisatie? |
|
Definition
Het behandelen van de beide identiteiten als losstaande entiteiten. Komt voor als de identiteitskeuze in conflict staat met een reeds bestaande identiteit. |
|
|
Term
Wat is het crowding-out effect? |
|
Definition
De realisatie van één ID komt onder druk te staan door een andere |
|
|
Term
Welke soorten keuzes onderscheiden we? |
|
Definition
Afhankelijk van waar de keuzes op zijn gebaseerd onderscheiden we: - Zelf concordante keuzes - Niet-zelf concordante (zelfvervreemde keuzes) |
|
|
Term
Wat zijn de onderliggende soorten regulatie van de verschillende soorten gepassioneerde mensen? |
|
Definition
- Obsessie: de passie loopt uit de hand, men investeert eenzijdig in een bepaald doel of domein van het leven. Combinatie van interne druk en plezier. - Harmonieuze passie: een beter evenwicht tussen de passie en andere identiteiten. Het is een combinatie van integratie en plezier. |
|
|
Term
Hoe gaat het proces van toenemende verzoening bij een toebedeelde ID? |
|
Definition
1. Amotivatie (men is niet in staat de ID vorm te geven en voelt zich hulpeloos) 2. Externe regulatie (het lot en de buitenwereld dwingt de persoon tot aanpassing) 3. Geïntrojecteerde regulatie (geleidelijke verzoening met de gevolgen van de nieuwe ID, men kan het nieuwe ID aanvaarden) 4. Geïdentificeerde regulatie (de nieuwe toebedeelde ID wordt als betekenisvol ervaren, verrijking voor het leven) 5. Geïntegreerde regulatie (de nieuwe ID is in harmonie met andere ID) |
|
|
Term
Wat is behoeftebevrediging voor de ontwikkeling van het intern kompas? |
|
Definition
- Autonomie: exploratie vereist vrijheid en spontaniteit. Kiezen en zich eigen maken gebeuren vlotter als men zich volledig achter de keuze zet) - Relationele verbondenheid (verbondenheid en aanwezigheid van warme relaties kan bijdragen tot exploratie maar is niet noodzakelijk. - Competentie: zorgt voor zelfvertrouwen en dit doet de exploratiedrang ten goede
De ontwikkeling van een kompas draagt bij aan behoeftebevrediging en andersom. |
|
|
Term
Hoe ervaren jongeren in verschillende identiteitsstatussen behoeftevrediging? |
|
Definition
- Achievement: meest behoeftebevrediging (sterk kompas) - Foreclosure: voelen minder competentie en hebben minder autonomie - Beide diffusion groepen: minste behoeftebevrediging. Carefree heeft vooral een lage score op competentie. |
|
|
Term
Wat zijn de mogelijke reacties op behoeftefrustratie en het intern kompas? |
|
Definition
- Foreclosure status (als kinderen de ouderlijke keuzes kritiekloos overnemen. Dit leidt tot rigide vastklampen aan de voorgeschreven identiteit) - Diffusion en piekerend moratorium status (verminderde competentie leidt tot een piekerende status. Jongeren kunnen een negatieve identiteit ontwikkelen wat leidt tot vervreemding van het eigen kompas en in exterme mate tot identiteitsleegte) |
|
|
Term
Wat is een negatieve identiteit? |
|
Definition
Jongeren doen precies het omgekeerde van wat van hen verwacht wordt. |
|
|
Term
|
Definition
Een onbewust proces waarbij men hun zelfwaarde intact wil houden door ongewenste identiteit te weren (zoals een geaardheid die kan leiden tot defensief onderdrukken) |
|
|
Term
Wat is de cruciale voorwaarde waardoor exploratie leidt tot het maken van overtuigende keuzes? |
|
Definition
|
|
Term
Wat is het verband tussen groepsdruk en identiteit? |
|
Definition
Men ervaart minder de negatieve aspecten van groepsdruk als men een duidelijke identiteitsbinding is aangegaan en een goed werkend intern kompas heeft. |
|
|
Term
Wat gebeurt er als men een identiteitstekort ervaart? |
|
Definition
Gevoeliger voor radicale religieuze overtuigingen, men kan direct een instant identiteit aannemen |
|
|
Term
Wat is een regulatiefunctie? |
|
Definition
Passie en obsessies. Men ziet vaak dat als een ID sterk gevoed is door interne druk dit leidt tot rigiditeit. Het ego en de zelfwaarde zijn met elkaar verstrengeld en dit leidt tot competitief gedrag en perfectionisme. |
|
|
Term
Wat is de verklaring voor de positieve evolutie van het intern kompas en de toename in zelfconcordantie naarmate men ouder wordt? |
|
Definition
- Inzicht (introspectie en zelfreflectie, men kan belangen van bepaalde keuuzes beter inschatten en integreren binnen het waarde systeem) - Ervaring (men heeft ervaren dat het reguleren van gedrag op basis van intrinsieke motieven meer voldoening geeft) - Moed en vertrouwen (men handelt alleen nog op basis van interesses en persoonlijke waarden. Men heeft vertrouwen dat de eigen keuzes het meest zinvol zijn) |
|
|